|
Geldt voor wagens met contactslot
Met de sleutel in het contact wordt het contact ingeschakeld en de motor gestart.
Contact in- en uitschakelen
Om het contact in te schakelen, de contactsleutel in stand -1- draaien. Wagens zonder start-stopsysteem*: de naald in de toerenteller beweegt naar READY.
Om het contact uit te schakelen, de contactsleutel in stand -0- draaien. De naald in de toerenteller beweegt naar OFF.
Als u het contact inschakelt, wordt bij wagens met dieselmotor automatisch voorgegloeid.
Motor starten
(Schakelbak:) koppelingspedaal helemaal intrappen en de versnellingshendel in neutrale stand brengen.
(Automatische versnellingsbak:) rempedaal intrappen en de keuzehendel in stand P of N zetten.
Contactsleutel kort in stand -2- draaien. De contactsleutel keert automatisch in stand -1- terug. Geen gas geven.
Wanneer u de motor start, worden grotere elektrische verbruikers tijdelijk uitgeschakeld.
Mocht de motor niet direct aanslaan, breek dan het starten af door de sleutel in stand -0- te draaien en probeer het na ca. 30 seconden opnieuw.
(Geldt voor wagens met dieselmotor: ) het kan voorkomen dat de motor bij lagere temperaturen iets vertraagd start. Daarom moet u het koppelingspedaal (schakelbak) resp. het rempedaal (automaat) blijven intrappen tot de motor start. Wanneer wordt voorgegloeid, gaat het controlelampje branden.
Start-stopsysteem*
Let op de informatie op link►.
- Motor nooit in afgesloten ruimtes laten draaien – gevaar voor vergiftiging!
- Nooit de sleutel uit het contact trekken zolang de wagen in beweging is. Het stuurslot zal anders vergrendelen en u bent niet meer in staat om de wagen te besturen – gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Hoge motortoerentallen, volgas en sterke motorbelasting voorkomen, zolang de motor zijn bedrijfstemperatuur nog niet heeft bereikt – gevaar voor schade aan de motor!
Milieu-aanwijzing
Laat de motor niet met stationair toerental warmdraaien. Direct wegrijden. Hierdoor voorkomt u onnodige uitstoot van schadelijke stoffen.
Let op
- Als de contactsleutel alleen met moeite in stand -1- kan worden gedraaid, het stuurwiel iets heen en weer bewegen - het stuurslot wordt daardoor ontlast.
- Eventuele geluiden na het starten van de motor zijn normaal en geen reden voor bezorgdheid.