|
Geldt voor wagens met hoofdruimteverwarming
De hoofdruimteverwarming werkt bij draaiende motor.
De hoofdruimteverwarming heeft drie standen. Als u de toets Afbeelding88► indrukt, is de hoofdruimteverwarming op de hoogste stand 3 ingeschakeld. De ventilatiestand kunt u aan de hand van de leds vaststellen. Om de ventilatie te verlagen, drukt u opnieuw op de toets. Om de hoofdruimteverwarming uit te schakelen, drukt u zo vaak op de toets dat er geen led meer brandt.
De hoofdbereikverwarming schakelt bij gesloten cabrioletkap na 6 minuten automatisch terug van stand 3 naar stand 2.
ATTENTIE
- Personen met beperkte pijn- of temperatuurwaarneming kunnen bij gebruik van de hoofdruimteverwarming verbrandingen oplopen. Deze personen mogen de hoofdruimteverwarming niet gebruiken - gevaar voor verwondingen!
- Als bij ingeschakelde hoofdruimteverwarming de luchtroosters in de stoel Afbeelding87► door kledingstukken of iets dergelijks worden afgedekt, kan er daarna gedurende korte tijd zeer hete lucht uit stromen. Hierdoor kunnen in de nabijheid van de luchtroosters brandwonden ontstaan aan onbeschermde huid.
Let op
- Het aanjagervermogen is bij gesloten cabrioletkap altijd geringer dan bij geopende cabrioletkap.
- Bij te lage accuspanning wordt het verwarmingsvermogen onder bepaalde omstandigheden door het energiebeheer link► verlaagd.