De motor kan in geval van nood met behulp van de accu van een andere wagen worden gestart.
Plug-inhybrideaandrijving*:
de aansluitpunten voor de startkabels wijken af link►
.
Als de motor niet aanslaat, omdat de accu ontladen is, kunt u de accu van een andere wagen voor het starten gebruiken. Daarvoor hebt u een startkabel nodig.
Beide accu s moeten 12 volt nominale spanning hebben. De capaciteit (Ah) van de stroomleverende accu mag niet wezenlijk lager zijn dan de capaciteit van de ontladen accu.
Startkabels
Alleen een startkabel met voldoende grote diameter gebruiken. Let op de gegevens van de fabrikant.
Alleen startkabels met geïsoleerde pooltangen gebruiken.
Pluskabel - kleuraanduiding in de meeste gevallen rood.
Minkabel - kleuraanduiding in de meeste gevallen zwart.
- Plug-inhybrideaandrijving*: u mag met uw wagen geen starthulp geven! Anders zou aanzienlijke schade aan de elektrische installatie van uw wagen ontstaan link► .
- Een ontladen accu kan al bij temperaturen rond 0 °C bevriezen. Een bevroren accu beslist ontdooien, voordat u de startkabels aansluit - explosiegevaar en gevaar door etsende werking. Na de starthulp onmiddellijk naar een (Audi-)specialist rijden en de accu laten controleren.
- De motorruimte is een gevaarlijk gebied. U kunt zich ernstig verwonden. Lees daarom de waarschuwingsaanwijzingen voordat u in de motorruimte gaat werken link► .
- Als de startkabels verkeerd worden gebruikt, kan de accu exploderen en kunt u zware verwondingen oplopen. Neem het volgende in acht om het gevaar voor verwondingen te beperken:
- De niet-geïsoleerde delen van de pooltangen mogen elkaar niet raken. Bovendien mag de op de pluspool aangesloten kabel niet met elektrisch geleidende delen van de wagen in aanraking komen - gevaar voor kortsluiting!
- Startkabels zo leggen dat ze niet door draaiende delen in de motorruimte kunnen worden geraakt.
- Buig u niet over de accu s - gevaar door etsende werking!
- De vuldoppen van de accucellen stevig vastschroeven.
- Ontstekingsbronnen (open licht, brandende sigaretten, enz.) verwijderd houden van de accu s - explosiegevaar!
- Minkabel niet verbinden met onderdelen van het brandstofsysteem of met remleidingen.
- De wagens mogen elkaar niet raken, anders zou al bij de verbinding van de pluspolen stroom gaan lopen en zou de accu van de stroomleverende wagen worden ontladen.
- Verkeerd aangesloten startkabels kunnen aanzienlijke schade aan de elektrische installatie van uw wagen veroorzaken.
- De ontladen accu moet op de juiste wijze op de elektrische installatie zijn aangesloten.
- Let erop dat de hierna beschreven handelingen voor het aansluiten van de startkabels gelden als uw wagen starthulp krijgt. Als u aan een andere wagen starthulp geeft, moet u de minkabel niet op de minpool (–) van de ontladen accu vastmaken, maar op een massief, vast op het motorblok vastgeschroefd metalen onderdeel of op het motorblok zelf vastklemmen. Als bij de accu van de stroomontvangende wagen de lucht niet naar buiten wordt afgevoerd, bestaat er explosiegevaar door knalgas!
Let op
Autotelefoon zo nodig uitschakelen of de gebruiksaanwijzing van de autotelefoon in dit geval aanhouden.