|
De krik* (wagengereedschap) op een stevige ondergrond plaatsen. Zo nodig een stabiele plaat met een groot oppervlak gebruiken. Bij een gladde ondergrond, zoals bv. een tegelvloer, een stroeve ondergrond (bv. een rubber mat) gebruiken ►.
Markering (inkeping of nok) op de dorpel zoeken, die het dichtst bij het te verwisselen wiel ligt Afbeelding330►
. Achter de markering bevindt zich op de dorpel het steunpunt voor de krik*.
Krik* onder het steunpunt op de dorpel omhoogdraaien tot de klauw -A- Afbeelding331►
onder het daarvoor bedoelde steunpunt staat.
Krik* zo plaatsen dat klauw -A- in het daarvoor bedoelde steunpunt op de dorpel grijpt en de beweegbare grondplaat -B- plat op de grond ligt. Grondplaat -B- moet hierbij verticaal onder steunpunt -A- staan.
Krik* verder omhoogdraaien, tot het wiel iets van de grond loskomt.
- Zorg ervoor dat de krik* stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik* wegglijden of wegzakken - gevaar voor verwondingen!
- Breng uw wagen alleen met de af fabriek bijgeleverde krik* omhoog. Bij krikken van andere wagens kan uw wagen eraf glijden - gevaar voor verwondingen!
- De krik* alleen op de daarvoor bedoelde steunpunten op de dorpel plaatsen en richten. Anders kan de krik* bij onvoldoende grip onder de wagen wegglijden - gevaar voor verwondingen!
- Door wijzigingen in de belasting kan de hoogte van de geparkeerde wagen veranderen.
- Nooit de motor bij omhooggebrachte wagen starten - gevaar voor ongevallen!
- De wagen goed met passende steunbokken ondersteunen, indien onder de wagen moet worden gewerkt - gevaar voor verwondingen!