Bij winterse wegomstandigheden verbeteren sneeuwkettingen niet alleen de tractie, maar ook het remgedrag.
Sneeuwkettingen alleen op de voorwielen monteren. Dit geldt ook voor wagens met 4-wielaandrijving*.
Na enkele meters de bevestiging van de sneeuwkettingen controleren resp. corrigeren en de aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
Let op de topsnelheid van 50 km/h. Neem de lokale voorschriften in acht.
Sneeuwkettingen met platte schakels gebruiken. Deze mogen niet dikker zijn dan 13,5 mm - inclusief kettingslot.
Op sneeuwvrije trajecten moet u de sneeuwkettingen verwijderen, anders kunnen de rijeigenschappen worden belemmerd en de banden beschadigd.
Het gebruik van sneeuwkettingen is om technische redenen alleen op bepaalde velg-bandcombinaties toegestaan:
Geldt voor 3-deurs wagens / Sportback / Sportback g‑gtron
Velgenmaat
|
Inpersdiepte (ET)
|
Bandenmaat
|
6Jx16 (staal)
|
48 mm
|
205/55
|
6Jx17 (aluminium)
|
48 mm
|
205/50/div>
|
Geldt voor Limousine / Cabriolet
Velgenmaat
|
Inpersdiepte (ET)
|
Bandenmaat
|
6,5Jx16 (staal)
|
43 mm
|
205/55
|
6,5Jx17 (aluminium)
|
43 mm
|
205/50/div>
|
Geldt voor Sportback e‑tron
Velgmaat
|
Inpersdiepte (ET)
|
Bandenmaat
|
6Jx17 (aluminium)
|
48 mm
|
205/50/div>
|
ATTENTIE
Ongeschikte sneeuwkettingen of een verkeerde montage kunnen ertoe leiden dat u de controle over de wagen verliest - gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Sneeuwkettingen die direct contact maken met de velg of wieldop* kunnen deze beschadigen. Wieldoppen* vooraf verwijderen. Sneeuwkettingen voorzien van bescherming gebruiken.
Let op
Bij gebruik van sneeuwkettingen kan het zinvol zijn, de sportmodus in te schakelen link►
.