|
Voordat u iets in de motorruimte controleert, alle WAARSCHUWINGSAANWIJZINGEN lezen en in acht nemen
link►
.
Plug-inhybrideaandrijving*:
link►
.
Voorwaarde: alleen laders gebruiken met een maximale laadspanning van 14,8 V. De aansluitkabels van de accu blijven aangesloten.
Afhankelijk van het motortype zit de accu in de motorruimte of in de bagageruimte. Bij wagens met accu in de bagageruimte zit er een starthulppunt in de motorruimte, dat ook voor het laden van de accu wordt gebruikt. De accu wordt in elk geval in de motorruimte geladen. Het massapunt --- zit altijd aan de carrosserie.
Alle stroomverbruikers en het contact uitschakelen.
Motorkap openen link►
.
Accuafdekking openklappen.
Pooltangen van de acculader volgens de voorschriften op de accupluspool (+) en daarna op het massapunt van de carrosserie (–) aansluiten.
De steker van de voedingskabel van de acculader in het stopcontact steken en het apparaat inschakelen.
Aan het einde van het laden: acculader uitschakelen en de steker van de voedingskabel uit het stopcontact trekken.
De pooltangen van de acculader losmaken.
Afdekking weer op de juiste wijze terug op de accu plaatsen.
Motorkap sluiten link►
.
- Als een accu wordt geladen, kan een zeer explosief knalgasmengsel ontstaan. Accu alleen opladen in goed geventileerde ruimten.
- Een ontladen accu kan al bij temperaturen rond 0 °C bevriezen. Een bevroren resp. ontdooide accu mag niet geladen en niet verder gebruikt worden. De accubak kan door de ijsvorming gescheurd zijn en accuzuur kan wegstromen - explosiegevaar en gevaar door etsende werking! Raadpleeg een (Audi-)specialist.
- Tijdens het laadproces de laadkabels niet vastmaken of losmaken - explosiegevaar!
Let op
- Accu uitsluitend via de aansluitingen in de motorruimte laden.
- Raadpleeg vóór het laden van de accu beslist de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.