Passagiers achterin moeten rechtop zitten, de voeten in de voetenruimte houden en de gordel juist hebben omgegespt.
Om het risico van lichamelijk letsel bij plotseling remmen of een ongeval te verminderen, moeten de passagiers achterin op het volgende letten:
Als u op de zitplaatsen achterin personen vervoert, moeten de hoofdsteunen van de bezette zitplaatsen helemaal omhoog worden gezet link►
.
Beide voeten in de voetenruimte voor de achterbank laten.
Veiligheidsgordel juist omgespen link►
.
Een geschikt kinderveiligheidssysteem gebruiken, wanneer u kinderen in de wagen meeneemt link►
.
ATTENTIE
Een verkeerde zithouding van de passagiers achterin kan zware verwondingen tot gevolg hebben.
- Hoofdsteunen volledig naar boven verstellen om de optimale beschermende werking te bereiken.
- De optimale beschermende werking van de veiligheidsgordels wordt alleen bereikt wanneer de rugleuning in een rechte stand staat en de passagiers de veiligheidsgordel goed hebben omgegespt. Als de passagiers achterin niet rechtop zitten, is het gevaar voor verwondingen door een verkeerd gordelverloop groter.