Geldt voor wagens met schakelindicatie
De indicatie kan helpen bij het besparen van brandstof.
Om de werking van de schakelindicatie te leren kennen, kunt u het beste met de wagen rijden zoals u altijd doet. Als de ingeschakelde versnelling voor een zuinige rijstijl niet optimaal is, wordt er een schakeladvies op het display in het instrumentenpaneel gegeven. Wordt er geen schakeladvies gegeven, dan rijdt u al in de zuinigste versnelling.
Wagens met schakelbak
-
Opschakelen: de weergave verschijnt rechts van de ingeschakelde versnelling, wanneer een hogere versnelling wordt aanbevolen. -
Terugschakelen: de weergave verschijnt links van de ingeschakelde versnelling, wanneer een lagere versnelling wordt aanbevolen.
Op het display worden de ingeschakelde en de aanbevolen versnelling weergegeven. Het kan daarbij ook voorkomen dat versnellingen worden overgeslagen (3
5).
5).
(Wagens met start-stopsysteem: ) als aan alle voorwaarden voor een stopfase link►
is voldaan, maar de versnellingshendel bij ingetrapt koppelingspedaal is vergrendeld, wordt het schakeladvies
N weergegeven. In de neutrale stand schakelen en het koppelingspedaal loslaten. Het start-stopsysteem zet de motor automatisch af.
N weergegeven. In de neutrale stand schakelen en het koppelingspedaal loslaten. Het start-stopsysteem zet de motor automatisch af.
Wagens met automatische versnellingsbak
De weergave is alleen zichtbaar in de tiptronic-functie link►
.
Het symbool
achter de ingeschakelde versnelling betekent: opschakelen.
achter de ingeschakelde versnelling betekent: opschakelen.
De schakelindicatie helpt u bij het besparen van brandstof. De schakelindicatie is niet geschikt om in alle rijsituaties de juiste versnelling aan te bevelen. Voor rijsituaties zoals bijvoorbeeld inhalen, bij bergritten of bij het rijden met aanhangwagen kan alleen de bestuurder de juiste versnelling kiezen.
Let op
Geldt voor wagens met schakelbak
Als het koppelingspedaal wordt ingetrapt, verdwijnt de indicatie in het instrumentenpaneel.