De adaptive cruise control werkt met radar en videocamera. De radar is onderworpen aan bepaalde systeemgrenzen ►Link.

Op een vrije rijbaan werkt het systeem als een snelheidsregelsysteem. De ingestelde snelheid wordt constant gehouden. Wanneer er een voorligger verschijnt en door het systeem wordt herkend, remt de adaptive cruise control automatisch af tot diens snelheid en houdt daarna de ingestelde afstand aan. Zodra er geen voorligger wordt herkend, accelereert de adaptive cruise control tot de ingestelde snelheid.

Geldt voor wagens met automatische versnellingsbak^*: in langzaam rijdend en stilstaand verkeer kan de adaptive cruise control binnen de systeemgrenzen tot stilstand afremmen en daarna onder bepaalde voorwaarden ook weer wegrijden ►Link.

Daarnaast kan bij stilstand het start-stopsysteem zoals gebruikelijk in werking treden ►Link.

Als u de adaptive cruise control inschakelt, kunt u de actuele snelheid als „regelsnelheid“ instellen ►Link.

Tijdens het rijden kunt u de regeling op elk moment onderbreken ►Link en ook de snelheid wijzigen ►Link.

Bovendien kunt u de volgende instellingen uitvoeren: