|
- Afb. 1 Bestuurdersstoel: Bedieningselementen van de instaphulp
- Afb. 2 Instructies voor instaphulp, stoelverstelling met geheugeneffect
Geldt voor wagens: met instaphulp (A3)
De instaphulp maakt een gemakkelijkere toegang tot de zitplaatsen achterin mogelijk.
Rugleuning van de voorstoel naar voren klappen
Hendel -1- Afb. 1 naar voren trekken.
Rugleuning naar voren klappen tot deze vergrendelt en vervolgens de stoel bij de rugleuning tot de aanslag naar voren schuiven -2-.
Rugleuning van de voorstoel terugklappen
Stoel aan de rugleuning tot de aanslag terugschuiven -3- Afb. 2.
Leuning terugklappen tot deze vastklikt -4-.
Na gebruik van de instaphulp neemt de stoel zijn oorspronkelijke stand weer in.
ATTENTIE!
Om veiligheidsredenen moeten de stoelleuningen tijdens het rijden altijd zijn vergrendeld!
- Bij gebruik van de instaphulp moet de stoel bij het terugschuiven in elk geval tot de aanslag worden teruggeschoven, anders kan de stoel niet meer vergrendelen. Alleen rijden, als de stoel is vergrendeld.
Aanwijzing
Als de stoel na gebruik van de instaphulp niet zou kunnen worden vergrendeld, de stoel tot de aanslag terugschuiven. Daarna stelt u de gewenste stoelstand in.