De elektronische stabiliseringscontrole (ESC) draagt bij aan de rijveiligheid.
Het reduceert het slipgevaar en verbetert de rijstabiliteit van de wagen.
Rijdynamische grensgevallen, zoals bijvoorbeeld oversturen en ondersturen
van de wagen of doordraaien van de aangedreven wielen, worden door de
ESC herkend. Door gerichte remingrepen of een reductie van het motorkoppel
wordt de wagen gestabiliseerd. Zodra de ESC ingrijpt, knippert het controlelampje
in het instrumentenpaneel.
In de ESC zijn de volgende systemen geïntegreerd:
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS voorkomt tot kort voor stilstand van de wagen, dat de wielen
blokkeren wanneer wordt geremd. Daardoor blijft de wagen ook bij
een noodstop bestuurbaar. Het rempedaal zonder onderbreking intrappen
- niet pompen! Dat er wordt geregeld merkt men aan het pulseren
van het rempedaal.
Remassistent (BAS)
De remassistent kan de remweg verkorten. De remkracht wordt verhoogd,
als de bestuurder in noodsituaties het rempedaal snel intrapt. Daarbij
moet het rempedaal ingetrapt blijven, tot het gevaar geweken is.
Aandrijfslipregeling (ASR)
De aandrijfslipregeling vermindert de aandrijfkracht van de motor
bij doordraaiende wielen en past de kracht aan de rijbaanomstandigheden
aan. Daardoor wordt het wegrijden, accelereren en bergopwaarts rijden
vergemakkelijkt.
Elektronisch sperdifferentieel (EDS)
Het elektronische sperdifferentieel remt een doordraaiend wiel af
en draagt de aandrijfkracht over op het andere resp. de andere aangedreven
wiel(en) (4-wielaandrijving*
). Deze
functie is bij hogere snelheden niet beschikbaar.
Het elektronisch sperdifferentieel schakelt bij buitengewoon sterke
belasting automatisch uit, opdat de schijfrem van het afgeremde
wiel niet oververhit raakt. De wagen blijft functioneren. Zodra
de rem is afgekoeld, wordt het elektronische sperdifferentieel automatisch
weer ingeschakeld.
Wielselectieve koppelaansturing
Bij het rijden door bochten werkt een wielselectieve koppelaansturing.
Het binnenste voorwiel resp. de binnenste wielen wordt/worden in
de bocht gericht afgeremd. Hierdoor kunnen bochten exacter gereden
worden.
Remassistent vervolgongeval
De „remassistent vervolgongeval“ kan helpen, het slipgevaar en het
gevaar voor verdere aanrijdingen bij een ongeval te verminderen.
Als het airbagregelapparaat vanaf een bepaalde rijsnelheid een aanrijding
registreert, wordt de wagen door de ESC afgeremd.
De wagen wordt niet automatisch afgeremd, als:
- de bestuurder het gaspedaal intrapt, of
- de remdruk door het ingetrapte rempedaal groter is, dan de door het systeem gestarte remdruk, of
- de ESC, het remsysteem of de elektrische installatie niet werken.
ATTENTIE!
- Ook de ESC en de daarin geïntegreerde systemen kunnen natuurkundige grenzen niet overwinnen. Dit geldt in het bijzonder bij glad of nat wegdek. Als de systemen in het regelbereik komen, dient de snelheid direct aan de weg- en verkeersomstandigheden te worden aangepast. De aangeboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot het nemen van grotere risico's - gevaar voor ongevallen!
- Let op dat het gevaar voor ongevallen groter wordt als u snel rijdt, vooral in bochten en bij een gladde of natte rijbaan, en wanneer u te weinig afstand houdt. Ongevallen kunnen ook door de ESC en de geïntegreerde systemen niet worden voorkomen – gevaar voor ongevallen!
- Bij accelereren op een gelijkmatig gladde rijbaan, bv. bij ijs en sneeuw, voorzichtig gas geven. De aangedreven wielen kunnen ondanks de ingebouwde regelsystemen doordraaien en daardoor de rijstabiliteit beïnvloeden - gevaar voor ongevallen!
Aanwijzing
- Alleen als alle vier wielen dezelfde banden hebben, kunnen ABS en ASR zonder storingen werken. Verschillende afrolomtrekken van de banden kunnen tot een niet-gewenste reductie van het motorvermogen leiden.
- Als de beschreven systemen ingrijpen kunnen bedrijfsgeluiden optreden.