Gebruiksaanwijzing AUDI A1 V. 2014
 Audi A1   Starten en rijden   Licht en zicht  Buitenverlichting
>Lichtschakelaar
Schakelaar Afb. 1 in de gewenste stand draaien. Bij ingeschakelde verlichting brandt het symbool .
O - Licht uit Bij enkele landuitvoeringen wordt in deze stand bij ingeschakeld contact de dagrijverlichting* ingeschakeld.
AUTO* - De automatische rijverlichting wordt afhankelijk van de helderheid (bv. bij schemering, bij regen, in een tunnel) in- of uitgeschakeld. Bij wagens met geïntegreerde dagrijverlichting* wordt afhankelijk van de omgevingshelderheid automatisch ofwel de dagrijverlichting ofwel de rijverlichting ingeschakeld.
- Stadslicht
- Dimlicht
- Mistlampen* . De schakelaar op stadslicht of dimlicht draaien. Vervolgens de schakelaar tot de eerste stand Afb. 1 uittrekken.
- Mistachterlicht. De schakelaar op stadslicht of dimlicht draaien. De schakelaar tot de tweede stand uittrekken Afb. 1.
Lichtbundelhoogteverstelling
Om het tegemoetkomende verkeer bij beladen wagen niet te verblinden, is uw wagen met lichtbundelhoogteverstelling uitgerust.
Bij wagens met xenonkoplampen* wordt de lichtbundelhoogte automatisch ingesteld, ook bij het remmen en accelereren.
Bij wagens met halogeenkoplampen moet de lichtbundelhoogte met het kartelwiel Afb. 2 worden ingesteld:
O - Voorste zitplaatsen bezet, bagageruimte leeg
I - Alle zitplaatsen bezet, bagageruimte leeg
II - Alle zitplaatsen bezet, bagageruimte beladen
III - Bestuurdersstoel bezet, bagageruimte beladen
ATTENTIE!
  • De automatische rijverlichting* heeft slechts een assisterende functie. De bestuurder is hiermee niet ontslagen van de plicht om de rijverlichting te controleren en naar gelang de omstandigheden de verlichting handmatig in te schakelen. Mist kan bijvoorbeeld niet door de lichtsensoren worden herkend. Schakel daarom bij deze weersomstandigheden evenals bij het rijden in duisternis altijd het dimlicht in.
  • Let bij het gebruik van de beschreven verlichtingen op de wettelijke bepalingen.
Voorzichtig!
Om het achteropkomende verkeer niet te verblinden, mag het mistachterlicht alleen overeenkomstig de geldende bepalingen worden ingeschakeld.
Aanwijzing
  • De lichtsensor voor de automatische rijverlichting* zit in de voet van de binnenspiegel. Daarom geen stickers op dat deel van de voorruit plakken.
  • Wanneer u bij ingeschakelde buitenverlichting de sleutel uit het contact trekt en het portier opent, klinkt een zoemer.
  • Bij uitvoeringen voor bepaalde landen worden bij ingeschakelde dagrijverlichting niet ook de achterlichten ingeschakeld.
  • Bij koel of vochtig weer kunnen de koplampen, knipperlichten en achterlichten door het temperatuurverschil tussen binnen- en buitenzijde aan de binnenzijde beslaan. Wanneer u de rijverlichting inschakelt, zijn deze na korte tijd weer helemaal of grotendeels schoon. Dit heeft geen invloed op de levensduur van het verlichtingssysteem.
  • Als u met een via Audi Originele Accessoires gekochte en bij een (Audi-)specialist ingebouwde trekhaak een aanhangwagen met mistachterlicht trekt, brandt het mistachterlicht van de aanhangwagen automatisch.
  • Veelvuldig rijden van korte stukken in het donker bij ingeschakelde coming- en leaving-homefunctie belasten de accu. Om ervoor te zorgen dat de accu voldoende is geladen, adviseren wij tussendoor een langere rit te maken of de accu zo nodig op te laden Link.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.