- Afb. 1 Kopse kant van het bestuurdersportier: Knop voor interieurbewaking en afsleepalarm
Geldt voor wagens: met alarmsysteem
Als het alarmsysteem onbevoegd binnendringen in de wagen herkent,
worden akoestische en optische waarschuwingssignalen geactiveerd.
Het alarmsysteem wordt geactiveerd, wanneer u de wagen gewoon vergrendeld.
Het wordt bij het ontgrendelen uitgeschakeld.
Het alarmsysteem kent de volgende bestanddelen:
Inbraakbeveiliging
Bij het openbreken van portieren, motor- of achterklep wordt
het alarm geactiveerd. De inbraakbeveiliging is bij vergrendelde
wagen altijd actief.
Bij ontgrendeling via de slotcilinder moet u binnen 15 seconden
het contact inschakelen. Anders wordt het alarm geactiveerd.
Bij uitvoeringen voor sommige landen wordt bij aansluitend openen
van een portier direct het alarm geactiveerd.
Om het alarm uit te schakelen, kunt u het contact inschakelen
of drukt u op de toets
op de
sleutel met radiografische afstandsbediening.
Interieurbewaking/afsleepalarm
Bij vergrendelde wagen activeren bewegingen in het interieur
(bv. dieren) of een verandering in de hellingshoek van de wagen
(bv. wagentransport) het alarm. U voorkomt onbedoeld activeren
van het alarm door de interieurbewaking en het afsleepalarm
uit te schakelen:
Knop
Afb. 1 indrukken.
De led in de knop gaat branden.
Als u nu de wagen vergrendelt, zijn de interieurbewaking en
het afsleepalarm tot de volgende ontgrendeling uitgeschakeld.
Safelock 1)
De wagen kan niet meer van binnenuit worden geopend. Hierdoor
wordt het moeilijker om in te breken
ATTENTIE!.
Als herinnering aan Safelock*
verschijnt
na het uitschakelen van het contact op het display van het instrumentenpaneel
de aanwijzing voor de bestuurder Let op!
Safelock. Zie instructieboekje. Om Safelock*
uit te schakelen heeft u de volgende mogelijkheden:
Binnen 2 seconden een tweede
keer op de
-knop
op de sleutel drukken. Of
Geldt voor wagens met comfortsleutel: Op de portiergreep de
sensor binnen 2 seconden
een tweede keer aanraken. Of
De sleutel in het portierslot binnen
2 seconden een tweede keer in vergrendelingsstand draaien.
Als u Safelock*
uitschakelt en een
slotgreep wordt aangetrokken, wordt het alarm geactiveerd. Om
het alarm uit te schakelen, kunt u het contact inschakelen of
drukt u op de toets
op de
sleutel met radiografische afstandsbediening.
Bij van buitenaf vergrendelde wagen met ingeschakeld Safelock*
mogen er geen personen - vooral geen kinderen - in de wagen achterblijven,
omdat de portieren en ruiten van binnenuit niet meer kunnen worden
geopend. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners moeilijk
om in geval van nood in de wagen te komen - levensgevaar!
Voorzichtig!
Als u Safelock*
uitschakelt, worden
de interieurbewaking en het afsleepalarm automatisch uitgeschakeld.
Omgekeerd geldt dit ook. Uw wagen is niet volledig tegen inbraak
beveiligd.
Aanwijzing
De interieurbewaking en het alarmsysteem werkt alleen dan foutloos,
als de ruiten en het schuifdak*
zijn
gesloten.
1) Deze functie is niet bij alle landen en
uitrustingen beschikbaar.