- Afb.1 Wiel verwisselen: Binnenzeskant voor het draaien van de bouten
- Afb.2 Wiel verwisselen: Montagepen in het bovenste gat
Voor het verwijderen of plaatsen van het wiel de volgende stappen uitvoeren.
Nadat u de bouten iets hebt losgedraaid en de wagen met de krik hebt opgekrikt, het wiel als volgt verwisselen:
Wiel verwijderen
Die wielbout die het hoogst zit, met de binnenzeskant in de schroevendraaiergreep (wagengereedschap) volledig eruit draaien en op een schone ondergrond leggen Afb.1.
Montagepen* (wagengereedschap) met de hand in de vrijgekomen boring vastdraaien Afb.2.
Overige wielbouten zoals boven beschreven eruit draaien.
Wiel verwijderen. De montagepen blijft daarbij in de boring.
Wiel plaatsen
Reservewiel over de montagepen schuiven.
Wielbouten plaatsen en met de binnenzeskant iets vastdraaien.
Montagepen eruit draaien en de overgebleven wielbout eveneens iets vastdraaien.
De wielbouten moeten schoon zijn en gemakkelijk draaien. Contactvlakken tussen wiel en naaf controleren. Verontreinigingen op deze vlakken verwijderen alvorens het wiel te plaatsen.
De inbus in de schroevendraaiergreep vergemakkelijkt het plaatsen van de wielbouten. Hierbij moet de stalen pen in de handgreep zijn uitgetrokken.
Let op de draairichting als u draairichtinggebonden banden plaatst Link.
Aanwijzing
Binnenzeskant van de schroevendraaiergreep niet gebruiken om de wielbouten los of vast te draaien.