Audi A1 Aanwijzingen voor het rijden Intelligente techniek Elektronisch stabiliseringsprogramma (ESP)
Het elektronisch stabiliseringsprogramma draagt bij aan de rijveiligheid. Het reduceert het slipgevaar en verbetert de rijstabiliteit van de wagen. Rijdynamische grensgevallen, zoals bijvoorbeeld oversturen en ondersturen van de wagen of doordraaien van de aangedreven wielen, worden door het ESP herkend. Door gerichte remingrepen of een reductie van het motorkoppel wordt de wagen gestabiliseerd. Zodra het ESP regelend ingrijpt, knippert het controlelampje in het instrumentenpaneel.
In het elektronisch stabiliseringsprogramma zijn het antiblokkeersysteem (ABS), de remassistent (BAS), de aandrijfslipregeling (ASR), het elektronische sperdifferentieel (EDS) en het elektronisch dwarssperdifferentieel geïntegreerd.
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS voorkomt dat de wielen blokkeren, wanneer wordt geremd tot kort voor stilstand van de wagen. Daardoor blijft de wagen ook bij een noodstop bestuurbaar. Het rempedaal zonder onderbreking intrappen - niet pompen! Dat er wordt geregeld merkt men aan het pulseren van het rempedaal.
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) kan het remmen versnellen en daardoor de remweg verkorten. De remkracht wordt versterkt, als de bestuurder in noodremsituaties het rempedaal snel intrapt. Daarbij moet het rempedaal ingetrapt blijven, tot het gevaar geweken is.
Aandrijfslipregeling (ASR)
De aandrijfslipregeling vermindert de aandrijfkracht van de motor bij doordraaiende wielen en past de kracht aan de rijbaanomstandigheden aan. Daardoor wordt het wegrijden, accelereren en bergopwaarts rijden vergemakkelijkt.
Elektronisch sperdifferentieel (EDS) en elektronisch dwarssperdifferentieel
Het EDS remt een doorslippend wiel af en brengt de aandrijfkracht over op het andere aangedreven wiel. Deze functie is beschikbaar tot een snelheid van ongeveer 100 km/h.
Het EDS schakelt bij buitengewoon sterke belasting automatisch uit, opdat de schijfrem van het afgeremde wiel niet oververhit raakt. De wagen blijft functioneren. Zodra de rem is afgekoeld, wordt het EDS automatisch weer ingeschakeld.
Bij het rijden door bochten werkt een elektronisch dwarssperdifferentieel. Het binnenste voorwiel wordt in de bocht gericht afgeremd. Hierdoor wordt het wegschuiven over de voorwielen geminimaliseerd en kunt u precies en neutraal door bochten rijden. Bij nat en besneeuwd wegdek grijpt het elektronische dwarssperdifferentieel niet in.
ATTENTIE!
- Ook ESP, ABS, ASR en EDS kunnen de natuurkundige grenzen niet overwinnen. Dit geldt in het bijzonder bij glad of nat wegdek. Als de systemen in het regelbereik komen, dient de snelheid direct aan de weg- en verkeersomstandigheden te worden aangepast. De aangeboden hogere veiligheid mag geen aanleiding zijn tot het nemen van grotere risico's - gevaar voor ongevallen!
- Let op dat het gevaar voor ongevallen groter wordt als u snel rijdt, vooral in bochten en bij een gladde of natte rijbaan, en wanneer u te weinig afstand houdt. Ongevallen kunnen ook door ESP, ABS, de remassistent, EDS, elektronisch dwarssperdifferentieel en ASR niet worden verminderd - gevaar voor ongevallen!
- Bij accelereren op een gelijkmatig gladde rijbaan, bv. bij ijs en sneeuw, voorzichtig gas geven. De aangedreven wielen kunnen ondanks de ingebouwde regelsystemen doordraaien en daardoor de rijstabiliteit beïnvloeden - gevaar voor ongevallen!
Aanwijzing
- Alleen als alle vier de wielen dezelfde banden hebben, kunnen ABS en ASR zonder storingen werken. Verschillende afrolomtrekken van de banden kunnen tot een niet-gewenste reductie van het motorvermogen leiden.
- Als de beschreven systemen ingrijpen kunnen bedrijfsgeluiden optreden.
- Als het controlelampje of gaat branden, kan er een storing opgetreden zijn Link.