- Afb.1 Een wagen rijdt met niet-vastgegespte inzittenden op een muur af
- Afb.2 De wagen botst tegen de muur
Bij een ongeval ontstaan enorme krachten, die moeten worden afgebouwd.
Het natuurkundige principe van een frontale botsing is gemakkelijk te verklaren:
Zodra de wagen in beweging is gekomen, ontstaat zowel bij de wagen als bij de inzittenden van de wagen bewegingsenergie, de zogenaamde „kinetische energie“ Afb.1. De mate van „kinetische energie“ is sterk afhankelijk van de snelheid van de wagen en van het gewicht van de wagen en de inzittenden. Bij stijgende snelheid en toenemend gewicht moet bij een ongeval meer energie worden afgebouwd.
De snelheid van de wagen is echter de belangrijkste factor. Als bijvoorbeeld de snelheid van 25 km/h naar 50 km/h wordt verdubbeld, wordt de bewegingsenergie verviervoudigd! Omdat de inzittenden van de wagen in ons voorbeeld geen veiligheidsgordels hebben omgegespt, wordt bij een botsing de totale bewegingsenergie van de inzittenden van de wagen alleen door de botsing tegen de muur afgebouwd Afb.2. Dit zal dan zware of zelfs levensgevaarlijke verwondingen tot gevolg hebben.
Ook als u slechts met een snelheid van 30 km/h tot 50 km/h rijdt, worden bij een ongeval op het lichaam krachten werkzaam, die gemakkelijk meer dan 10.000 Newton kunnen zijn. Dit komt overeen met een gewichtsbelasting van een ton (1000 kg). De op uw lichaam werkende krachten worden bij hogere snelheden zelfs nog groter. Dat wil zeggen: bij dubbele snelheid worden ook hier de krachten viermaal zo groot!
Inzittenden van de wagen die hun veiligheidsgordels niet hebben vastgegespt, zijn dus niet met de wagen „verbonden“. Bij een frontale botsing zullen deze personen dus met dezelfde snelheid verder bewegen als waarmee de wagen zich voor de botsing heeft bewogen!