- Afb.1 Display (zonder bestuurdersinformatiesysteem): Keuzehendelstanden
- Afb.2 Display (met bestuurdersinformatiesysteem): Keuzehendelstanden
Geldt voor wagens: met S tronic versnellingsbak
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt op het display in het instrumentenpaneel weergegeven doordat het betreffende teken oplicht. Bovendien wordt op het display in de keuzehendelstanden D en S de op dat moment ingeschakelde versnelling weergegeven.
P - Parkeervergrendeling
In deze keuzehendelstand zijn de aandrijvende wielen mechanisch geblokkeerd. De parkeervergrendeling mag alleen bij stilstaande wagen worden ingeschakeld ATTENTIE!.
Om de keuzehendel in stand P te zetten en uit deze stand te nemen, moet de grendelknop (knop in de keuzehendelgreep) worden ingedrukt en tegelijkertijd het rempedaal worden ingetrapt.
R - Achteruitversnelling
De achteruitversnelling mag alleen bij stilstaande wagen en stationair draaiende motor worden ingeschakeld ATTENTIE!.
Om stand R in te schakelen moet u de grendelknop indrukken en tegelijkertijd het rempedaal intrappen. In keuzehendelstand R branden bij ingeschakeld contact de achteruitrijlampen.
N - Neutrale (stationaire) stand
In deze keuzehendelstand is er geen versnelling ingeschakeld.
D - Normale stand voor vooruitrijden
In deze keuzehendelstand worden de vooruitversnellingen afhankelijk van motorbelasting en rijsnelheid automatisch op- en teruggeschakeld.
Om rijstand D in te schakelen vanuit N moet bij snelheden lager dan 5 km/h resp. bij stilstaande wagen het rempedaal worden ingetrapt ATTENTIE!.
S - Sportstand
De keuzehendelstand S voor een sportieve rijstijl kiezen. Als later wordt opgeschakeld, kan het volledige vermogen van de motor worden benut.
Om rijstand S in te schakelen vanuit N moet bij snelheden lager dan 5 km/h resp. bij stilstaande wagen het rempedaal worden ingetrapt ATTENTIE!.
Geldt voor de 1.4 TFSI-motor met 136 kW: zodra u de keuzehendelstand S inschakelt, wordt automatisch het stationair toerental van de motor verhoogd. Daardoor kunt u soepeler wegrijden vanuit stilstand.
- Nooit tijdens het rijden de keuzehendel in stand R of P zetten - gevaar voor ongevallen!
- Bij draaiende motor is het in alle keuzehendelstanden (behalve P) nodig om het rempedaal ingetrapt te houden, omdat ook bij stationair toerental de krachtoverbrenging niet helemaal wordt onderbroken - de wagen „kruipt“. Als bij een stilstaande wagen een versnelling is ingeschakeld, mag in geen geval onoplettend gas worden gegeven. De wagen komt anders direct in beweging - soms ook als de handrem stevig is aangetrokken - gevaar voor ongevallen!
- Voordat u of andere personen de motorkap openen en aan de draaiende motor werken, moet de keuzehendelstand in stand P worden gezet en de handrem stevig worden aangetrokken - gevaar voor ongevallen! Beslist de waarschuwingsaanwijzingen opvolgen Link.
Aanwijzing
- Als u tijdens het rijden per ongeluk stand N hebt ingeschakeld, moet u het gas loslaten en het stationair toerental van de motor afwachten voordat u weer rijstand D resp. S inschakelt.
- Bij een onderbreking van de stroomvoorziening kan de keuzehendel in stand P niet meer bewogen worden. In dat geval kan de keuzehendel noodontgrendeld worden Link.