- Afb.1 Standen van de contactsleutel
Geldt voor wagens: met mechanisch contactslot
Met de contactsleutel kan de motor worden gestart of afgezet.
Stand -0-
In deze stand wordt de sleutel in het contact gestoken. Voor het vergrendelen van het stuur het stuurwiel draaien - nadat de sleutel uit het contact is getrokken -, tot de stuurvergrendelingsbout hoorbaar vastklikt. Altijd het stuur vergrendelen wanneer u uw wagen verlaat. Zo wordt mogelijke diefstal van uw wagen moeilijker ATTENTIE!.
Contact inschakelen en voorgloeien -1-
Als de contactsleutel niet of alleen met moeite in deze stand kan worden gedraaid, het stuurwiel wat heen en weer bewegen - de stuurvergrendeling wordt daardoor ontlast! Bij wagens met dieselmotor kan in deze stand worden voorgegloeid.
Motor starten -2-
In deze stand wordt de motor gestart. Hierbij worden grotere elektrische verbruikers tijdelijk uitgeschakeld.
Als de motor is gestart, keert de contactsleutel in stand -1- terug.
Contact uitschakelen -0-
De contactsleutel tot in deze stand draaien.
- Sleutel pas uit het contact trekken, als de wagen tot stilstand is gekomen! Het stuurslot zou anders plotseling kunnen worden vergrendeld - gevaar voor ongevallen!
- Als u de wagen - al is het slechts tijdelijk - verlaat, in elk geval de contactsleutel meenemen. Dit geldt in het bijzonder, als kinderen in de wagen blijven. De kinderen zouden anders de motor kunnen starten of elektrische uitrustingen (bv. elektrische ruitbediening) kunnen bedienen - gevaar voor ongevallen!
Aanwijzing
- Als de kabels van de accu zijn los- en vastgemaakt, moet u in contactsleutelstand -1- ca. 5 seconden wachten, voordat u de motor kunt starten.
- Wagens met automatische versnellingsbak: als het contact is uitgeschakeld, kunt u de sleutel alleen uit het contact trekken, als de keuzehendel in stand „P“ (parkeervergrendeling) staat. Daarna is de keuzehendel geblokkeerd.