In de servicestand kunnen de ruitenwisserbladen worden vervangen.
Servicestand
Bij vorst controleren of de ruitenwisserbladen niet zijn vastgevroren.
Contact inschakelen en weer uitschakelen en de ruitenwisserhendel binnen 10 seconden in stand -4- Afb.2 zetten.
Wisserblad verwijderen
Ruitenwisserarm van de ruit wegklappen.
Grendelknop -1- Afb.1 op het wisserblad indrukken. Wisserblad hierbij vasthouden.
Wisserblad in pijlrichting verwijderen.
Wisserblad bevestigen
Nieuw wisserblad in de steun van ruitenwisserarm -2- plaatsen, tot het hoorbaar vastklikt.
Ruitenwisserarm terugklappen op de ruit.
Om de ruitenwissers weer in de uitgangsstand te brengen, schakelt u het contact in en bedient u de ruitenwisserhendel.
ATTENTIE!
- Als de ruitenwisser strepen maakt, moet u de ruitenwisserbladen met een ruitenreiniger schoonmaken. Bij sterke vervuiling, bijvoorbeeld door insectenresten, kan het schoonmaken van de wisserbladen ook met een zachte spons of een doek gebeuren.
- Om veiligheidsredenen de ruitenwisserbladen jaarlijks één- of tweemaal vervangen.
Voorzichtig!
- De ruitenwissers mogen alleen in de servicestand worden weggeklapt! Anders bestaat gevaar voor lakbeschadiging van de motorkap of beschadiging van de ruitenwissermotor.
- De wagen nooit manoeuvreren als de ruitenwissers van de voorruit zijn weggeklapt omdat de ruitenwissers bij het wegrijden automatisch in de basisstand terugkeren en hierbij de motorkap kunnen beschadigen!
Aanwijzing
De servicestand kunt u bijvoorbeeld ook gebruiken wanneer u 's winters de voorruit met een hoes tegen bevriezing wilt beschermen.